De toekomst van dorps- en buurthuizen in Hoogeveen is gered. De bezuinigingen die op de planning stonden gaan niet meer door. Dat blijkt uit het nieuwe coalitieakkoord dat donderdagavond door de gemeenteraad werd besproken.

“Wijk- en dorpshuizen betekenen veel voor het onderlinge contact tussen inwoners, nu en in de toekomst. Ze zijn belangrijk in onze samenleving voor ontmoeting en gezamenlijk activiteiten. Daarom schrappen we de aangekondigde bezuiniging op wijk- en dorpshuizen”, is te lezen in het akkoord.

‘Buurthuis hoort bij de wijk’

Henri Klok, voorzitter van Buurtvereniging Westersluis, is blij met het nieuws. “Er valt een last van onze schouders. Wij zitten in het centrum van Hoogeveen, in de buurt zitten er nog een aantal verenigingen. Als de bezuinigingen door zouden gaan, dan hadden wij denk ik moeten sluiten of ons moeten voegen bij een ander buurthuis. Maar dat hoeft nu dus niet meer.”

Dat geeft volgens de Hoogevener een stukje vrijheid. “We kunnen nu weer vooruitkijken en nieuwe dingen plannen”, vervolgt hij. “Het nieuws hebben we gedeeld met de mensen die naar onze vereniging toekomen. Iedereen is er blij mee, een buurthuis hoort gewoon bij de wijk.”

Kostenpost

Lange tijd leek het erop dat de dorps- en buurthuizen het met flink wat minder geld moesten gaan doen. Dit jaar zou er 50.000 euro worden bezuinigd op de beheerkosten van negentien locaties. In de twee jaren daarna zou er nog een drie ton worden bezuinigd.

De reden dat Hoogeveen wilde bezuinigen op de ontmoetingsplekken heeft te maken met de slechte financiële situatie van de gemeente. Per jaar wordt er 1,17 miljoen euro uitgegeven aan buurthuizen. Daarom wilde men in eerste instantie bezuinigen op die kostenpost.

Samenwerken

De komende jaren kunnen de dorps- en buurthuizen dus rekenen op de volledige subsidie zoals ze die gewend zijn. Klok hoopt dat de bezuinigingen over een aantal jaren niet weer op de agenda komen. “Het zou zomaar kunnen, maar het is wel afhankelijk van hoe wij er als gemeente dan voorstaan. Als de financiële situatie niet verbetert, kan het weer aan bod komen.”

Zelf denkt de voorzitter dat dorps- en buurthuizen meer moeten gaan samenwerken om toekomstbestendig te worden. “Denk dan bijvoorbeeld aan activiteiten die je samen organiseert. Ook de praktische kant is belangrijk, hoe koop je bijvoorbeeld spullen in. Het is belangrijk dat we van elkaar leren en financieel sterker worden.”