Hoe moet jeugdzorg er in de toekomst uitzien? Met die vraag worstelen veel gemeenten. Op de Juliana van Stolbergschool in Hoogeveen werken ze aan een oplossing. Daar loopt een proef met jeugdhulpverleners die meedraaien op basisscholen. Omdat er geen wachttijd is, krijgen kinderen met problemen sneller hulp.

“Kinderen kunnen mij aanschieten als ze tegen iets aanlopen”, vertelt jeugdhulpverlener Els Worst. “Hetzelfde geldt voor ouders. Als ze er zelf niet meer uitkomen met hun kind, dan kunnen ze mij bellen. Op deze manier kunnen we vroegtijdig problemen aankaarten. Dat voorkomt dat een kind doorverwezen wordt door een huisarts voor tweedelijns hulp en dat scheelt weer kosten.”

Woedeaanvallen

Worst focust zich vooral op vragen die te maken hebben met gedrag en voeding. De afgelopen maanden heeft ze de negenjarige Jayson uit groep zes geholpen. Hij kampt met woedeaanvallen. Hij leert hoe hij moet omgaan met zijn gevoelens. “Als ik boos ben moet ik naar een rustig plekje gaan”, legt hij uit. “Dan kan ik even kalmeren.”

“En dat helpt”, vervolgt Worst. “We hebben ook de afspraak gemaakt om samen met de ouders en de leerkracht elkaar maandelijks te zien. Zo kunnen we bespreken of het goed gaat met Jayson en proberen we uit te zoeken hoe dat zo kan blijven. Je versterkt elkaar als het ware.”

Shannen, de moeder van Jayson, is blij met de hulp. Ze voelt zich gesteund. “Als er wat is, kan ik de jeugdhulpverlener altijd aanspreken. Zij vertelt ons dan wat we thuis kunnen doen en wat er op school gedaan moet worden. Wij weten inmiddels hoe we moeten handelen als onze zoon weer een woedeaanval heeft. Dat hadden we zonder dit project niet geweten.”

Flinke klus

Ook directeur Sigrid Hartman is blij met de proef op haar school. “Het is voor een kans om de samenwerking met de jeugdzorg echt handen en voeten te geven”, vertelt ze. “Leerkrachten profiteren er ook weer van, omdat ze leren hoe je om moet gaan met een kind dat extra aandacht nodig heeft.”

Volgens Hartman moet het project ook helpen om kosten op de jeugdzorg te besparen. “Dat is een flinke klus”, waarschuwt ze. “Naast hulp op school kunnen ouders nog steeds hun licht opsteken bij andere aanbieders. Wij hebben natuurlijk het liefste dat ze direct bij ons aankloppen. Daar moeten we meer aandacht aan besteden.”

Wat levert het op?

De proef is gestart in 2020 en werd onlangs verlengt met een jaar. Op twee scholen van PricoH, de Juliana van Stolbergschool en De Sprong, en op twee RENN4 scholen De Aventurijn en de Kameleon loopt ondertussen een hulpverlener rond. Vorig jaar werden de kosten voor het project volledig gedekt door de gemeente. Dit jaar moeten de scholen de helft zelf betalen. “Het bestuur van PricoH dekt die kosten momenteel. Daar zijn wel heel blij mee”, aldus Hartman. Het project kost in totaal zo’n 172.000 euro.

Nu is het afwachten of de proef in de toekomst de toekomst verder wordt doorgezet. “De gemeente gaat natuurlijk kijken naar de cijfers”, vervolgt Hartman. “Hoeveel kosten hebben ze dan uiteindelijk kunnen besparen. Maar wij hebben er vertrouwen in dat we door kunnen gaan.”