Met een lach op zijn gezicht opent voorzitter Jan Dontje de deuren van het onderduikersmuseum de Duikelaar in Nieuwlande. “Kijk hier, dit is onze huidige tentoonstelling”, vertelt hij trots. En er is reden om trots te zijn, het museum gaat namelijk uitbreiden.

“We zijn druk bezig met het namaken van een onderduikershuisje en een kerk”, verteld Dontje terwijl hij de ruimte binnenloopt. Het plan om uit te breiden ligt er al een tijdje. Vanwege corona is het museum op dit moment gesloten. “Het voordeel is dat we daardoor hard kunnen doorwerken.”

Schuilruimte

“Dit huis hebben we gemaakt voor de kinderen”, de voorzitter is inmiddels verdwenen naar de keuken van het onderduikershuisje. “In het keukenkastje zit een luik met daarachter een schuilruimte. Zo kunnen ze ervaren hoe het is om ondergedoken te zitten.” Het museum heeft namelijk grote plannen om de ervaring voor de bezoekers realistischer te maken. “Kijken is één ding, maar mensen moeten het ook kunnen voelen.”

In de woonkamer trekt hij nog een luik open. “Een schuilruimte onder een bedstee. Moet je nagaan dat mensen hier jarenlang in hebben gescholen.” Ondertussen pakt hij zijn telefoon. “Audio-tours, die bieden we ondertussen ook aan.” Hij wijst naar het scherm. “Ook het plein achter ons museum wordt onder handen genomen, mensen kunnen daar straks een kop koffie drinken.”

Tekst gaat door onder foto

Belangstelling

Nieuwlande had een groot aandeel in de opvang van Joodse en niet Joodse vluchtelingen tijdens de Tweede Wereld Oorlog. Inwoners van het dorp kregen in 1985 een Yad Vashem-onderscheiding voor het collectief opvangen van onderduikers. Onlangs bracht schrijver Rutger Bregman een bezoek aan het museum, hij schreef een boek over verzetsheld Arnold Douwes die actief was in de regio van Nieuwlande.

Ook historicus Albert Metselaar deed onderzoek naar de rol van Nieuwlande in oorlogstijd. “We zijn blij met alle aandacht”, zegt Dontje terwijl hij tussen de bouwmaterialen loopt. “Het verhaal van het museum gaat niet alleen over ons dorp, het gaat om een grotere regio die belangrijk was tijdens de oorlog. Dat willen we graag vertellen.”

Verzetsmythe

Het beeld van Nieuwlande nuanceert Albert Metselaar met zijn onderzoek. Volgens hem was er geen collectieve afspraak om onderduikers op te vangen. Metselaar vraagt zich af of het aantal joden dat ondergedoken heeft gezeten in het dorp wel klopt. Dat waren er volgens hem rond de 70 tot 80. “Niet de honderden waarover we soms horen en lezen”, schrijft hij. “Het was bijzonder wat er in Nieuwlande gebeurde, maar de hele regio werkte mee.”

Dontje stopt bij een vitrine. “Ik heb het gelezen. Albert is een historicus en doet onderzoek, ik schrik hier niet zo van.” Hij haalt de beschermhoes van het glas. “Waarheidsvinding is gewoon heel lastig. Ik beschouw elke informatie gebaseerd op feiten als een waardevolle toevoeging aan ons verhaal. Albert draagt daar zijn steentje in bij.”

Gevaar voor eigen leven

Een reden voor het museum om cijfers zoveel mogelijk achterwege te laten. “Het feit is dat er iets heel speciaals is gebeurd in de regio”, vervolgt Dontje. “Het gaat om het verhaal van alle onderduikers en de mensen die ze geholpen hebben. Met gevaar voor eigen leven. Of het dan honderd, of driehonderd onderduikers zijn geweest, dat maakt me niet zo heel veel uit.”

Amsterdam

Het is wachten op nieuwe versoepelingen, dan kan het museum los. “Laatst stonden er twee mensen uit Amsterdam voor de deur. Die heb ik helaas niet binnen kunnen laten”, zucht Dontje. “Ik denk dat de uitbreiding over drie weken wel is afgerond. Het zou mooi zijn als we tegen die tijd open kunnen”, sluit hij af.