De gemeente Hoogeveen heeft 50.000 euro van het Rijk gekregen ter compensatie van de extra uitgaven voor de dorps- en buurthuizen. Omdat er tweemaal meer steun is aangevraagd dan de bijdrage van het Rijk, wil de gemeente het budget via de methode ‘iedereen evenveel’ verdelen.
De extra uitgaven die zijn gemaakt bestaan onder andere uit het kwijtschelden van huur en het compenseren van tegenvallende inkomsten uit bijvoorbeeld horeca en zaalverhuur van buurt- en dorpshuizen. Eind vorig jaar was er de mogelijkheid om een subsidieaanvraag in te dienen. Er zijn in totaal negen aanvragen binnengekomen.
Zwarte cijfers
De vreugde is groot bij voorzitter Hein Akerboom van wijkvereniging de Weide. Toch blijft hij kritisch. Als het gebouw het hele jaar dicht blijft stevent de vereniging namelijk af op een verlies van 15.000 euro. “Natuurlijk zijn we er blij mee, maar ook al krijgen we een bedrag, dan zullen we nooit dit jaar afsluiten met zwarte cijfers”, vertelt de voorzitter.
“Ik verwacht dat we in september wel weer een beetje open kunnen, dan wordt het verlies wat minder”, stelt Akerboom. De wijkvereniging is onlangs begonnen met het maken van vogelhuisjes, insectenhotels en meer diervriendelijke producten. “Met de verkoop van de vogelhuizen komt er per maand toch zo’n duizend euro binnen. Dat helpt ons ook weer.”
Akerboom is verbaasd over het aantal geringe aanvragen voor compensatie. “Volgens mij zijn er zeventien dorpshuizen en wijkgebouwen in Hoogeveen die in aanmerking komen voor compensatie. Bijzonder dat er maar negen aanvragen zijn ingediend.”
Hollandscheveld
Dorpscentrum ‘t Anker in Hollandscheveld heeft ook beroep gedaan op de subsidie. Op dit moment hebben zij nog genoeg vet op de botten om overeind te blijven laat Penningmeester Robert Hummel weten. “Wij hebben veel vrijwilligers en geen vaste beheerder in dienst. Onze vaste lasten zijn daarom niet zo hoog. We kunnen het nog wel rooien.”
Toch willen ze eventuele problemen voor zijn. “Als je een keer een slecht jaar hebt, dan is dat niet meteen onoverkomelijk. Maar we besteden het liever natuurlijk ergens anders aan”, lacht hij. De penningmeester baalt vooral dat er weinig activiteiten georganiseerd kunnen worden. “Het dorpscentrum was altijd een bruisende plek. Dat gevoel is wel verdwenen de afgelopen maanden.”