Om leerachterstanden die in de coronacrisis zijn ontstaan weg te werken, maakte het vorige (demissionaire) kabinet 8,5 miljard euro vrij. Voor de komende schooljaren is 300 miljoen daarvan uitgetrokken voor gemeenten. Drentse gemeenten ontvangen miljoenen en mogen zelf bepalen waar zij het geld aan gaan uit geven in de strijd tegen leerachterstanden.

Gemeenten met meer leerlingen, krijgen een hoger bedrag. Maar gemeenten met scholen waar gemeten achterstanden groter zijn, ontvangen ook meer. Zo krijgt de gemeente Emmen anderhalve ton extra en ook Hoogeveen, Assen en Coevorden ontvangen tienduizenden euro’s meer. De gemeente Tynaarlo ontvangt daarentegen geen cent extra.

Geen extraatje voor Tynaarlo

De achterstandsscore wordt berekend door het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) op basis van factoren als opleidingsniveau van ouders, verblijfsduur in Nederland en cijfers over schuldhulpverlening. Het CBS geeft Tynaarlo een 0 op achterstandsscore, waardoor er geen extra geld gaat naar de Noord-Drentse gemeente.

Dat de score op 0 uitkomt, bevreemdt de gemeente niet. “Gezien de samenstelling van onze inwoners is het verklaarbaar dat wij gemiddeld ten opzichte van andere gemeentes een achterstandsscore van 0 hebben. Dat betekent uiteraard niet dat we geen leerlingen hebben met een achterstand”, laat de gemeente weten.

Het NPO-geld dat de gemeente wel krijgt, is daarom zeer welkom. Dat wordt onder andere ingezet in het preventiemenu. “In het preventiemenu zitten extra sportlessen, beweegmomenten, maar ook workshops en gastlessen over opvoeden en opgroeien en mentale gezondheid”, legt een woordvoerder uit. “Het preventiemenu wordt beschikbaar gesteld aan scholen die op hun beurt weten met welke achterstanden de leerlingen te kampen hebben.”

Hoogeveen

De gemeente Hoogeveen ontvangt in totaal zo’n 1,1 miljoen euro. De gemeente gaat het geld vooral gebruiken voor het verbeteren van bestaand beleid dat gericht is op het voorkomen en beperken van achterstanden van kinderen en jongeren. Zo moet er ook in de toekomst geprofiteerd worden van deze eenmalige bijdrage, legt Koen Kock uit. Hij adviseert de gemeente op het gebied van onderwijs.

“Het onderwijs zelf heeft al geld gekregen en ook gemeenten krijgen dus geld. Sommige sluizen dat rechtstreeks door naar de scholen, met een verdeelsleutel naar het aantal leerlingen. Maar uiteindelijk moet je verantwoorden wat je doet. In Hoogeveen is veel meer geld beschikbaar, dus is het logisch om het te laten aansluiten bij het eigen beleid. Dat is het uitgangspunt”, stelt Kock.
De gemeente ging met scholen en onder andere welzijns- en cultuurorganisaties in gesprek. Daaruit kwamen een aantal prioriteiten naar voren, zo constateren de partijen dat er blijvend minder wordt gesport na de lockdowns. “Het geld is bijvoorbeeld bedoeld om kinderen weer in beweging te krijgen, je ziet dat ze minder in actie zijn. Hoe maken we ze weer lid van verenigingen, hoe krijgen we ze weer in beweging?”, is een vraag die Kock de komende tijd hoopt te beantwoorden.

Aan een concreet programma wordt gewerkt, maar duidelijk is dat de samenwerking tussen onderwijs, zorg en aanvullend sport- en cultuuraanbod moet worden verbeterd. Daarbij wordt niet alleen gericht op jonge kinderen. “Vooral een groep jongvolwassenen ervaarde eenzaamheid. Jonge kinderen bleven sowieso al veel thuis, dus die hadden er minder last van. De groep die juist niet thuis wil zitten, kwam thuis te zitten.” Dat laatste geldt volgens Kock ook voor kinderen voor wie school juist een veilige uitwijkplaats is, vanwege een vervelende thuissituatie. “En dan valt met sport de uitlaatklep ook nog eens weg.”

Langere termijn

De gemeente Emmen denkt dat het geld dat zij krijgt, in totaal bijna 2 miljoen euro, niet voldoende is voor de lange termijn. De gemeente verwacht dat de extra activiteiten die worden gestart met het extra rijksgeld, ook na het schooljaar 2024-2025 gewenst zijn. “Enkele voorbeelden van gestarte activiteiten zijn: inzetten van preventieve logopedie, uitbreiden van het aantal gezonde scholen, inzetten op preventieve leerplicht, extra schoolmaatschappelijk werk, extra jongerenwerk en uitreiken prentenboek”, legt de gemeente uit in de financiële beleidsstukken.

Het geld is nodig omdat de onderwijsachterstanden ook invloed hebben op vervolgcarrières van jongeren. “Zo blijkt uit de meest recente cijfers onder andere dat het aantal jongeren dat zonder startkwalificatie het onderwijs verlaat, stijgt en inmiddels hoger is dan het (landelijk bepaalde) streefpercentage voor voortijdig schoolverlaters.”