Nederlandse gemeenten hebben ruim 74,7 miljard euro aan lasten begroot voor 2024. Dat is 9,2 procent meer dan de begroting voor 2023. Daarmee is de stijging van de begrote lasten groter dan die van de begrote baten (8,8 procent). Dit meldt het CBS op basis van de gemeentebegrotingen 2024.
Gemeenten begroten hogere lasten voor vrijwel alle beleidsterreinen
Op bijna alle beleidsterreinen stegen de begrote lasten ten opzichte van de begroting voor 2023. Bij zes van de tien beleidsterreinen bedroeg de toename 10 procent of meer.
Een kwart van de totale begrote lasten van de Nederlandse gemeenten kwam voor rekening van het beleidsterrein Sociaal domein overig. De begrote lasten stegen van 16,6 miljard naar 18,4 miljard euro; een toename van 11,2 procent. Hieronder vallen kosten die te maken hebben met onder meer de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO), jeugdhulp, maatschappelijk werk, de aanpak van huiselijk geweld en vluchtelingenopvang.
Op het beleidsterrein Bestuur en ondersteuning stegen de begrote lasten met 10 procent, van 11,8 miljard tot 12,9 miljard euro. Dit betreft onder meer de overhead, burgerzaken, de kosten van gebouwen van de gemeente, rentekosten over leningen, en stelposten. Mede als gevolg van hogere lonen en prijzen stegen de kosten van de post overhead ( d.w.z. alle kosten die samenhangen met de sturing en ondersteuning van medewerkers in het primaire proces) met 13,1 procent, tot 8,8 miljard euro. Het totale aandeel van de post overhead komt hiermee uit op twee derde van de totale uitgaven voor dit beleidsterrein.
Op het beleidsterrein Inkomensregelingen en participatie stegen de begrote lasten met 5,8 procent. Op deze post worden verschillende kosten begroot. Bijvoorbeeld kosten voor bijstand, bijzondere bijstand, de IOAW, de IOAZ en de sociale werkvoorziening, en tot en met 2023 de energietoeslag. Ook de kwijtschelding van gemeentelijke belastingen en heffingen staat op deze post. Ondanks de afschaffing van de energietoeslag begroten gemeenten 0,5 miljard meer dan 2023 voor de inkomensregelingen.